Historie
Alles over onze geschiedenisOostenburg werd in de zeventiende eeuw samen met Kattenburg en Wittenburg aangelegd als een polder in het moeras aan Het IJ.
In 1661 kocht de VOC, in zijn gloriedagen het grootste bedrijf ter wereld, het eiland. Er werden scheepswerven en pakhuizen voor kostbare specerijen uit Oost-Indië gebouwd. Toen de industriële revolutie begon, werd Oostenburg het toneel van machinefabrieken zoals de immense Werkspoorhal. Er werden stoommachines en locomotieven gebouwd.
Oostenburg heeft een bewogen geschiedenis. Periodes van bloei en neergang volgden elkaar op, zoals u ziet in het historisch overzicht.
1660-1800
VOC SCHEEPSWERF
Door de locatie is Oostenburg goed bereikbaar over de Zuiderzee. Er is meer dan genoeg werk op de scheepswerf. Dit gaat goed tot het rampjaar in 1672. Oorlogen zorgen ervoor dat de zeevaart en handel erg afnemen. Oostenburg wordt een arme gemeenschap en veel mensen trekken weg. Na 1714 gaat het beter en leeft de handel op. Ook Oostenburg komt er weer bovenop.
1697
TSAAR PETER DE GROTE LOOPT STAGE OP OOSTENBURG
In 1697 leert Peter de Grote VOC-schepen bouwen tijdens zijn vier maanden durende stage op Oostenburg. Hij wil dit graag, om in Rusland de bouw van een nieuwe vloot te kunnen leiden. Speciaal voor de tsaar is de Oost-Indiëvaarder Peter en Paul op de stapel gezet.
1795
FAILLISSEMENT VOC
Een economische en militaire neergang zorgt voor het faillissement van de VOC in 1795. Uiteindelijk komen de schepen in handen van de marine. Zo blijven de schepen die nog in goede staat zijn gebruikt. Het 509e (en laatste) VOC-schip wordt, onafgemaakt, verkocht.
1822
INSTORTING VOC-ZEEMAGAZIJN
Het Oost-Indisch Zeemagazijn – wat wij nu de kavel Stadswerf noemen – was 177 meter lang, had vier verdiepingen en was door grachten omgeven. Het middengedeelte had een plat dak, vanaf dit platte dak kon men uitkijken over het IJ. Na het faillissement van de VOC is het Zeemagazijn verkocht. Vanaf dit moment wordt het gebruikt voor de opslag van granen en zaden. Het gebouw is hier niet op gebouwd en kan het gewicht hiervan niet aan.
1894
BOUW VAN GENDTHALLEN
In 1870 wordt de eerste machinefabriek voor stoommachines gebouwd. De stoommachinefabriek krijgt een order uit Zuid-Afrika voor 40 locomotieven met ieder 100 wagons, een gigantische klus. Om dit voor elkaar te krijgen worden drie nieuwe fabriekshallen gebouwd: de Van Gendthallen, naar ontwerp van A.L. van Gendt. Later wordt een vierde hal toegevoegd. De vijfde hal wordt in complete vorm verkocht aan een partij in het buitenland.
1910
‘WERKSPOOR’ KRIJGT ZIJN NAAM
De ontwikkeling van de scheepsdieselmotor met een omkeerbare draairichting door Werkspoor zorgt voor een opleving in de opdrachten. Er komt een nieuwe fabriek in Zuilen bij Utrecht. De verschillende locaties communiceren via de fax. In deze faxberichten wordt gesproken over ‘Werkspoor’, wat in de volksmond de naam blijft.
1915
BOUW GROOTSTE SCHIP OOIT OP OOSTENBURG, DE J.P. COEN (153 M)
De bouw van de J.P. Coen, het grootste schip dat ooit op Oostenburg gebouwd is, heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Op het moment dat de Stoomvaart Maatschappij Nederland de aanvraag voor het bouwen van dit schip aanneemt, is voor de directie al duidelijk dat het schip niet zomaar door de Oosterdoksluis zou kunnen. Om dit mogelijk te maken zou de middenpijler van de spoorbrug verwijderd moeten worden. Op dit moment zou het schip Amsterdam niet kunnen verlaten. Na veel onderhandelen krijgen ze alles voor elkaar om de J.P. Coen gereed te maken. Totdat blijkt dat ook een deel van de Mariniersbrug tijdelijk verwijderd moet worden. Weer veel onderhandelingen verder wordt daar ook akkoord voor gegeven. Uiteindelijk, twee jaar na de eerste aanvraag, vaart de J.P. Coen het IJ op.
1926
SLUITING SCHEEPSWERF OP OOSTENBURG
De NSM wordt de NDSM in Amsterdam Noord nadat ze een nieuwe werf in Noord gebouwd hebben in 1922. Hierdoor is de scheepswerf op Oostenburg niet meer nodig en wordt deze ‘verplaatst’ naar Noord.
1954
FUSIE WERKSPOOR EN KONINKLIJKE MACHINEFABRIEK STORK
Werkspoor en de Koninklijke Machinefabriek Stork uit Hengelo besluiten te fuseren. Het nieuwgevormde bedrijf produceert voornamelijk dieselmotoren voor treinen en schepen. Na 1973 worden hierdoor op Oostenburg enkel nog dieselmotoren gemaakt.
1995
DE MACHINEFABRIEK SLUIT, FABRIEKSHALLEN WORDEN VERHUURD AAN CREATIEVE BEDRIJVEN
De aanvraag van opdrachten loopt drastisch terug; de herstelwerkzaamheden van na de oorlog zijn voorbij en ook van vraag uit koloniën is voorbij. Daarnaast worden veel Nederlandse rederijen opgeheven. De overgebleven werknemers en activiteiten worden overgeplaatst. De fabriekshallen komen leeg te staan en worden verhuurd aan creatieve bedrijven als filmbedrijven en kunstenaars.